De focus van werkdesign

OK, dus het doel van werkdesign is dat het dagelijks werk een betere ervaring wordt. Hoe kunnen we dat praktisch hanteerbaar maken?

Hier komt een voor werkdesigners cruciaal begrip om de hoek kijken: bevlogenheid. In de meeste werkdesign-trajecten zal deze positieve mentale en affectieve toestand een centrale positie innemen.



Voordat we hier dieper op ingaan is het belangrijk om te benadrukken dat het hier een toestand betreft: het is dus geen karaktertrek van enthousiaste mensen, hetgeen je managers vaak hoort zeggen. In feite is dit gewoon luiheid van hun kant: als je kunt zeggen dat iemand "nou eenmaal niet erg enthousiast is", dan hoef je daar zelf niks aan te doen. Of liever: voor te laten. Want een manager of een werkgever hoeft iemand niet bevlogen te maken, dat moeten de mensen zelf doen. Maar daar moet je ze dan wel de ruimte voor geven, en op de juiste momenten wat steun en inspiratie.

Maar goed: het is dus een toestand en daarom kan in principe iedereen ook bevlogen werken. Dat is lekker om te weten.

Nog afgezien van de definities, de vragenlijsten en de analyses, kun je het vaak zien of iemand bevlogen is. Mensen zijn dan energiek en geestdriftig bezig: ze zijn lekker aan het werk. Op een bijna aanstekelijke manier. En daar worden ze zelf blij van, maar ook hun collega´s en hun partners en gezinnen (van de bevlogen persoon dan). Ze doen het vaak ook gewoon erg goed en dat versterkt het goede gevoel. Bevlogenheid is als een opwaartse spiraal van positieve emoties, positief gedrag en positieve resultaten.



"Bevlogen zijn, dat is toch meer iets voor concertpianisten en zo".

Dat hoorde ik laatst iemand met een zekere berusting in zijn stem zeggen. Alsof bevlogenheid en flow alleen weggelegd zouden zijn voor de happy few, die de mazzel hadden dat ze van hun hobby hun werk konden maken. 

Terwijl bevlogenheid eigenlijk gewoon betekent: "lekker bezig zijn", enthousiast, energiek, geconcentreerd. Dat je zin hebt in je werk. Dat je het uitdagend vindt, spannend ook soms, maar dat je het aankunt, er je ei in kwijt kunt, en er blij van wordt. En dat je daarin niet te ver gaat. Het is geen fanatisme. Maar gezond, bewust, positief denken en doen.